Het sprookje van de bezem


Het sprookje van de bezem                                                                    (17-11-2011)

 

Er was eens een “oude” bezem die nooit meer wilde vegen in Amsterdam, omdat hij daar niet op zijn juiste veegkwaliteiten werd beoordeeld. Binnen een maand of vijf na zijn hernieuwde aankoop, hij had namelijk een aantal jaren eerder ook al in de Amsterdamse bezemkast gestaan, verliet die bezem de bezemkast, omdat hij de taal van die andere bezems niet sprak. Hij sprak zijn eigen “bezemtaal” en die moest iedereen maar leren.


Nadat de bezem uit de Amsterdamse bezemkast was verwijderd ging hij een jaartje in Alkmaar vegen. Eerst met veel succes, hij won zelfs de beker als beste bezem van het jaar. Hij riep zich uit tot beste bezem van Alkmaar, Amsterdam, Eindhoven en uiteindelijk van geheel Nederland. De maanden daarna deugde geen enkele andere Alkmaarse bezem meer. Zij kwamen in opstand en hij werd uit de bezemkast verwijderd.


Hij verhuisde naar de Duitse bezemmarkt, belandde in een kast in München, en ook daar werd hij in zijn 1e jaar uitgeroepen tot beste bezem van het jaar. Hij had en passant op eigen wijze de taal van de andere Duitse bezems geleerd en die konden dat wel waarderen.


Maar toen hij zich ook daar uitriep als de beste, nu van München, Hamburg, Dortmund en tenslotte geheel Duitsland, moesten de Duitse bezems hem niet meer. Helemaal niet toen zij verplicht werden zijn taal te spreken. Hij was toch de beste en elke bezem moest dus vegen zoals hij.

De Duitse bezems wisten dat zij voor de komst van die Hollandse bezem altijd prima hun werk hadden gedaan en een voorbeeld waren voor al de bezems die tientallen jaren dezelfde veegwerkzaamheden deden als zij. De “indringer”werd daarom uit de kast verwijderd, met een vergoeding van drie miljoen euro voor een jaar wegblijven van de veegvloer.


Ondertussen was de nu werkloze bezem nog steeds kwaad op een wat oudere bezem uit Amsterdam, die afwisselend ook in Barcelona in de veegkast mocht staan.

Af en toe mocht de oude bezem uit één van de kasten komen om dan zijn beroemde veegcapaciteiten uit het verleden te tonen. Hij had een wat afwijkende manier van vegen, maar desondanks werd het mooi schoon en had zijn wijze van vegen tevens een soort artistieke waarde.

Dat stak de andere bezem nog altijd, want was hij niet een aantal jaren achtereen uitgeroepen tot beste bezem van het jaar.


“Ja, de bezem van weleer sprak de taal die alle anderen begrepen. Maar was dat wel nodig? Waarom kon niet gewoon iedereen zijn taal leren en bij het bezemen af en toe flink uitvaren tegen degenen die hem opdracht tot vegen gaven? “


Gelukkig vond de soms uitvarende bezem nog een paar andere bezems, die de populaire bezem uit Barcelona ook niet aardig vonden. Zij waren pas nieuw en hadden nog nooit echt mogen vegen. Eigenlijk wisten zij ook niet goed hoe dat moest. Want zij waren feitelijk geen bezems maar een soort stoffer en blik, die alleen uit de kast werden gehaald als er snel wat moest worden opgeruimd. En wanneer dat klusje was geklaard gingen zij weer terug in de kast en moesten daar wachten op een volgend ongelukje elders.


En nu hoopten zij dat de bezem, die in het openbaar verklaard had nooit meer te willen vegen in Amsterdam, hen wat meer uit de bezemkast wilde halen, zodat zij ook meer zichtbaar werden en hun kunsten konden vertonen.


De bezem uit Barcelona werd uit elkaar gehaald en bij het brandhout gezet. “Net goed, had je ons wat meer moeten gebruiken.”


Reacties