“Yellow Submarine”

“Yellow Submarine”       

                                    



“Verdomme, daar gaan we weer”, denk ik, zittend in de Renault 4 van mijn vader. Uit de speaker van de autoradio schalt het liedje “Jelle zal wel zien”, een cover van “Yellow Submarine” van The Beatles. In zijn oudejaarsconference dit jaar (1966) toverde Wim Kan het om tot deze kreet.



In die conference werd het kabinet Zijlstra, dat bestaat uit ministers van KVP en ARP, flink op de hak genomen. Premier Zijlstra zelf, maar ook Minister Luns van Buitenlandse Zaken en Minister Biesheuvel, bijnaam Mooie Barend, van Landbouw en Visserij waren de voornaamste slachtoffers.

Kethel
Mijn vader en ik zijn op weg naar Kethel, een dorpje onder de rook van Schiedam. Zeker één keer per twee weken moet hij daar heen. Om aan zijn baas rapport uit te brengen over de verkopen en daarna nieuwe voorraad halen in Rotterdam. 
Mijn vader is vertegenwoordiger in automaterialen en accessoires. Kies dat beroep nooit want je bent nooit vrij. Zelfs op zaterdag moet je eraan geloven en alvast je voorbereidingen treffen voor de nieuwe werkweek.

"Ach, wat klaag ik, hoe kort is het nog maar geleden dat ik zelf op zaterdagmorgen naar school moest, nog geen jaar. Gelukkig ben ik daar nu van af. Dankzij. of helaas na de gedwongen overstap van de HAVO naar de MULO."


Wat heb ik een hekel aan deze ritjes.
De hele middag ben je kwijt en vooral het lange wachten overal vind ik maar niks. Wat had ik allemaal kunnen doen vanmiddag. Het antwoord is makkelijk, voetballen aan de overkant op het veld. Voetbal is mijn lust en leven. Als ik het niet zelf doe ben ik wel te vinden op Sportpark Ookmeer, bij DCG, of in het Olympisch Stadion, bij DWS.
Toch heeft dit soort onwelkome uitstapjes ook zijn voordelen. In het bijzijn van anderen is mijn vader redelijk aardig tegen me. Af en toe betrap ik hem er zelfs op dat hij met me loopt te pronken bij zijn baas. “Straks, bij het uitladen van de spullen, zal het wel weer snauwen zijn”, denk ik bij mezelf.


Mijn tussenrapport leek meer op alle 13 goed.
Terwijl de Top40 verder gaat en de stem van Joost den Draayer “Ruby Tuesday” van The Stones en Ramses Shaffy’s “Sammy” aankondigt denk ik na over de afgelopen periode.
Dat was geen succes. Met kerst heb ik mijn tussenrapport van de HAVO gekregen.  Nou, dit leek meer op een Toto formulier, met alle 13 uitslagen goed, dan op een rapport. Waarschijnlijk ben ik hiermee de eeuwige recordhouder van de Osdorper School Gemeenschap geworden. Niemand anders dan ik kon thuis vertellen dat hij zoveel kruisjes op zijn rapport had. Maar goed beschouwd is het geen prestatie om trots op te zijn. De gevolgen zijn er dan ook naar.

“Hoe heeft het eigenlijk zover kunnen komen” denk ik bij mezelf. “Na een goede start op de nieuwe school in september 1965 is het vervolgens alsmaar minder geworden. En ik had er nog wel zoveel zin in.”
Ik mocht naar de HAVO aan de Professor Casimirstraat, één van de eerste scholen in Nederland met experimenteel onderwijs. Dit als voorloper op de algehele invoering van de mammoetwet.


Begin was zo leuk en hoopgevend.
Ter kennismaking met klasgenoten en leraren gingen we met alle brugklassers vijf dagen naar Heino. Voor dit uitstapje hadden ze een fraaie naam bedacht, "Werkweek".
Het kamp in Heino bestond uit allemaal lage huisjes, waarover de groepen verdeeld werden. Gelijk lach ik weer in mezelf als ik terugdenk aan de vele etensgevechten die er in die vijf dagen werden gehouden.
Tijdens het ontbijt en de lunch vlogen de boter en het beleg door ons huisje. Bij het avondeten was het niet veel anders. Alleen de te werpen ingrediënten waren van een iets andere aard. Doperwten, aardappelen en meer van dat soort dingen, tot aan vorken aan toe. Het was vast geen compliment voor de kwaliteit van het eten.

Minder leuk daar vond ik het onverwarmde en dus koude zwembad. Er dreef zelfs kroos in. En laat nou net iemand van de leiding het rare idee krijgen om er zwemwedstrijden in te houden. Ik was al niet zo’n ster in het zwemmen en was er ook niet echt dol op. Dat blijkt wel uit het feit dat ik mijn diploma A pas één week na het verlaten van de lagere school had behaald. Zodoende had ik er de lol niet van ingezien en er ook geen al te beste indruk bij mijn klasgenoten mee gemaakt.

Feijenoord tegen Real Madrid
Het hoogtepunt van deze werkweek was voor mij, het klinkt misschien gek uit de mond van een fanatiek DWS supporter, de wedstrijd die Feyenoord speelde in de 1e ronde voor de Europacup 1. Thuis tegen het dan ongenaakbare Real Madrid.
Met zijn allen zaten we in de kantine en keken daar naar de TV. Hoewel de beelden in zwart-wit waren en ook nog eens wat wazig, was de wedstrijd voor ons goed te volgen.
In een bomvolle Kuip won Feyenoord de wedstrijd met 2-1 door doelpunten van Jan Venneker en Hans Kraay. Maar de gebeurtenis die voor altijd in mijn “voetbalgeheugen”gegrift zal staan was de gigantische vechtpartij die ontstond nadat Coen Moulijn werd onderuit gehaald door een speler van Real Madrid.
Woorden om nooit te vergeten klonken toen commentator Bob Spaak de Feyenoord spelers bijna smeekte om zich in te houden: “Coen, Coen! Behéérs je alsjeblieft,” en even later “Jongens, jongens, dit kan toch niet. Dit kan toch niet! Wat een afschuwelijke vertoning.”


Vanaf nu wordt het de MULO.
De achten van het 1e rapport in de eerste klas OSG waren op het 2e rapport al zessen geworden. Na een nog slechter eindrapport, met daarop een aantal vijven en zelfs een 4 voor biologie, mocht ik het voorwaardelijk proberen in de tweede klas.
Als gevolg van het slechte tussenrapport deze kerst moet ik dus een klas terug. 
Dit durfde ik thuis uiteraard niet te vertellen. Daarom heb ik het rapport tot na oud- en nieuw thuis niet laten zien.

Doch, de aap moest een keer uit de mouw komen en, oh voorstelbaar, wat waren mijn ouders kwaad geworden. Direct werd besloten dat de HAVO niets voor mij was en dat ik het maar op de MULO moest proberen. Het argument daarbij was dat een kleinere school waarschijnlijk beter voor mij zou zijn.
De eerste kennismaking daar de afgelopen weken was geen onverdeeld succes. Ze leren daar op een heel andere manier en nu al heb ik moeite om de leerstof op te pakken.

Hopelijk wordt het vanaf nu beter. En met de klanken van "Green Green Grass of Home" en "I'm a Believer"  van The Monkees op Veronica 192 rijden we voort, richting Kethel.



Reacties