In de kantlijn van het voetbal 2011-2012.

In de kantlijn van het voetbal 2011-2012.  

Het seizoen 2011-2012 zit er zo goed als op. Met een goed gevoel voor clubs als Ajax en Feyenoord. En een heel wat minder voor bijvoorbeeld PSV en Excelsior.
Voor het eerst sinds het seizoen 1993-1994 kwam er weer een “vertrouwde” eindstand op het bord; 1e Ajax, 2e Feyenoord en 3e PSV.
De traditionele Top 3 van weleer had er 18 jaar over gedaan om de zaken op orde te brengen.


Excelsior mag het komende seizoen proberen om voor de 8e maal promotie af te dwingen naar de hoogste klasse. Met behulp van de vele talenten uit de Feyenoord jeugdopleiding en onder leiding van Leon Vlemmings geef ik ze een goede kans.

Supporters van VVV Venlo kunnen hun sterren ook komend seizoen op het hoogste niveau aanmoedigen. Al deed Helmond Sport er alles aan om dit te verhinderen.
Willem II neemt de plek in van De Graafschap. In een tumultueus duel moest Den Bosch het onderspit delven. De Superboeren moesten al een ronde eerder een stap terug doen en gaan het komende seizoen vanuit de Jupiler League proberen het verloren terrein terug te winnen. FC Den Bosch stootte De Graafschap uit het Nederlandse voetbalwalhalla en ging daarna tenonder tegen het team uit Tilburg.
Cambuur, Eindhoven en Sparta mogen ook hun dromen voor een jaar opbergen. En dan hebben we nog het gevecht om het allerlaatste Europese ticket. In een onderling duel vochten het verrassende RKC en het altijd ambitieuze Vitesse uit wie verre reizen mag gaan maken. De Arnhemmers kunnen hun tickets gaan boeken. Net als FC Twente, PSV en Heerenveen.

Naast de vele spannende momenten van de laatste weken mogen we een paar mensen niet vergeten te noemen. Het zijn namen van personen die een bijdrage hebben geleverd aan het product voetbal in Nederland en recent zijn overleden. 

George Knobel.

Voormalig Ajax-coach George Knobel overleed 5 mei 2012 op 89-jarige leeftijd. Hij werd vooral bekend door zijn trainerschap bij Ajax in juli 1973 en de functie als bondscoach in 1974 tot en met 1976. Dit laatste als opvolger van Rinus Michels, na het zilveren WK van ’74.
Zijn grootste succes bij Ajax was het winnen van de Europese Supercup in januari 1974. Ajax versloeg toen AC Milan met 6-0. 

Toen George Knobel in juli 1973 de overstap maakte van MVV naar het dan glorierijke Ajax nam hij Willy Brokamp in zijn zog mee. “De blonde pijl” kon de hooggespannen verwachtingen echter niet waarmaken. Als ik zoek naar wapenfeiten kom ik er niet veel tegen. Meest opvallend feit dat ik las, toen ik nog eens bladerde in het boek” Gouden Ajax” van Menno de Galan, was zijn verhuizing van een flat in Diemen naar het centrum van Amsterdam. Dichtbij alle horeca gelegenheden en voor de club vaak onvindbaar. Dat zegt genoeg. 

Maar ook George Knobel zelf is niet de man geworden die hij dacht te worden bij Ajax. Was de stap vanuit Zuid-Limburg naar Amsterdam te groot? Zelf omschreef hij zich als ‘een doodgewone man uit een arm gezin die door een speciale kwaliteit ver is gekomen.’ Genoeg gevoel voor eigenwaarde dus. In Maastricht was hij ervoor verantwoordelijk dat topclubs met knikkende knieën een bezoek aan de Geusselt brachten. Us MVVke was een bijna vast gegeven in het linkerrijtje.

Ik denk dat de woorden van Jan Mulder in hetzelfde boek “Gouden Ajax” het gevoel over Knobel en van Knobel heel goed weergeven; ‘ik vond hem een aardige man. Maar ik zag toen al een probleem: hij bleef supporter. Knobel keek huizenhoog tegen het fenomeen Ajax op.
Toch zag ik in een in-memoriam filmpje bij Studio Voetbal een gepassioneerd trainer die met Johan Cruijff bezig was aan een individuele hersteltraining. Beiden werkten zich met ontbloot bovenlijf in het zweet. Als daar geen liefde voor het vak en zijn werkgever uit sprak? 

Na zijn periode als trainer in Amsterdam werd de geboren Roosendaler in 1974 aangesteld als bondscoach van het Nederlands elftal. Onder zijn leiding haalde Nederland de halve finale van het EK 1976. Hoe er het voetballend uitgezien weet ik niet meer. Waarschijnlijk vele anderen ook niet. Ja, we werden derde.
Het enige dat ik me nog kan herinneren is een enorme schopwedstrijd met rode kaarten voor Wim van Hanegem en Johan Neeskens in de halve finale tegen Tsjecho-Slowakije. Er werd na een verlenging met 3-1 verloren en de eindstrijd tegen Duitsland, gezien als revanche voor de verloren WK finale twee jaar eerder, ging aan onze neus voorbij. 

Renze de Vries. 

Een andere grote persoonlijkheid uit het voetbal van de jaren ’80 en ’90 was Renze de Vries. De van oorsprong varkensboer uit het noorden van het land overleed twee dagen na de zuiderling George Knobel.
Renze de Vries zorgde er bijna persoonlijk voor dat Groningen na een zwakke periode weer op de kaart werd gezet. Later bleek dat veel van het succes met een “zwarte boekhouding werd gefinancierd.

Desondanks mag FC Groningen, naar mijn mening, de Vries dankbaar zijn voor zijn inbreng en het aantrekken van vooral spektakelvoetballers.


Tijdens zijn voorzittersperiode konden de bezoekers in het Oosterpark genieten van spelers als Peter Houtman, John de Mol, Harris Huyzingh en de Koemannetjes. Net als nog zo’n vergeten naam, Fandi Ahmad uit Singapore. 


Maar de mooiste transfer en speler die hij binnenhaalde was de Tovenaar van de Balkan, ook wel de rookmagiër uit Macedonië genoemd. De man die vrijwel altijd speelde met een maillot, of het nu koud was of warm. Kent u hem nog? Milko Djurovski.

Djurovski zorgde er in 1989 eigenhandig voor dat FC Groningen uit de toen nog UEFA cup werd gestoten. Dat dit gebeurde na het nog tijdens de warming-up roken van een flink aantal sigaretten maakt het verhaal nog mooier. Het seizoen daarop vermaakte hij de supporters in het Oosterpark. 

Liefde voor het voetbal, en voor een bepaalde club in het bijzonder, maakt blind. En dat daarbij door sommigen soms “misstappen” worden begaan kan niet worden ontkend.

Doch waar zou het Betaalde Voetbal in Nederland staan zonder mensen als Renze de Vries, Karel Aalbers, Jorien van de Herik, Jan Munsterman, Dirk Scheringa, Ben Mandemakers, Frans van Seumeren, de recente investeerders in Veendam of de Limburgse suikeroom Nol Hendriks.

We kunnen smalend over ze praten, negatief doen over hun inbreng en de “korte-termijn” politiek die ze misschien hanteren.
We kunnen echter niet om hen heen als we kijken naar een aantal fraaie nieuwe stadions en de geboden amusementswaarde. We kunnen enkelen van de geldschieters in het voetbal zelfs dankbaar zijn voor een falend beleid. De doorstroming van de jeugd kon daardoor versneld plaatsvinden. 

Twee verschillende persoonlijkheden, die elk op hun eigen manier een plek hebben gevonden in de historie van ons nationaal voetbalgeheugen, zijn heengegaan. Zij zullen, denk ik, niet worden vergeten.

Reacties