Olympische Spelen London 2012 – De vierde dag
Een echt olympisch dagje sporten vandaag. Veel onderdelen, waarbij concentratie en beheersing van het lichaam belangrijk zijn. De schijnwerpers stonden gericht op het judo, luchtgeweerschieten en kruisboogschieten. Dex Elmont, Peter Hellenbrand en Rick van der Ven moesten de Nederlandse eer hoog houden.
"Waar zullen we heen gaan?" vroeg mijn zwager. Zijn ogen waren nog wat klein van het feest van gisteravond. Amper was de huldiging van Marianne Vos achter de rug, of wij zaten al in het Holland Heineken House. De glazen bleven constant gevuld, de polonaise uren achtereen gelopen en het Wilhelmus, bij elke herhaling van de beelden, uit volle borst meegebruld. Verrast was ik door de zuivere stem van mijn zwager. Ik wist niet dat hij zo goed kon zingen.
"Zullen we naar het schieten gaan?" antwoordde ik met hese stem. Mannen blijven tenslotte in hun hart altijd kinderen. Geweren doen het daarbij extra goed. "Leuk" zei mijn zwager, en hij pakte het programmaboekje. Het was even zoeken, ook omdat geweer in het Engels anders heet. Nadat hij keek op 10 meter air rifles werd duidelijk dat we naar The Royal Artillery Barracks moesten. Prachtige naam voor een schiettent. Ver was het niet, slechts 7.3 miles. Met de bike een little half uurtje.
Een wereld ging voor ons open toen we de barakken betraden. Mannen in een echt schietpak en een pleister voor hun oog. Eerst dacht ik dat ze allemaal last hadden van een lui oog. Maar het bleek bij de uitrusting te horen. Dan konden ze beter richten.
Peter knalde er flink op los en eindigde met 699,8 punten op de vijfde plek. Als hij 2.3 punt beter had geschoten had hij "brons" gescoord. "Hoeveel zou 2.3 punt uitgemaakt hebben bij de jacht op een everzwijn" was de vraag aan mezelf?
Het antwoord kwam later wel, eerst snel door naar de Excel Arena. Gelukkig ook vlakbij. Net op tijd kwamen we aan om Dex te zien vechten tegen een Fransman. Lekker rolden ze over de mat, terwijl een man in een strakke blazer eromheen liep. Hij was kennelijk degene die mocht zeggen wie de sterkste was.
Bijna was Elmont het haasje in de laatste seconde. "Maar hij rolde goed weg", aldus de commentator. "Ippon" was plotseling the wake-up call van de verslaggever. Dat betekende zoveel dat Elmont later nog een rondje mocht vechten. De kansen op een medaille stegen.
Tijd voor de inwendige maag en wat te drinken. Snel vond mijn zwager een kraampje waar ze hotdogs verkochten. En met zijn armen vol worstjes, en twee literbekers Cola, zochten we een plekje buiten.
"Wat doen we nog meer" vroeg mijn reisgenoot? "Blijven we hier of gaan we terug naar het dorp?" We kozen voor de laatste optie, voor vandaag was het voor wat betreft het reizen gedaan. Bankhangen met wat Fish and Chips, vergezeld van een lekker glas, daar waren we beiden aan toe. En zag je alles niet beter voor de TV?
In HD keken we hoe Dex het opnam tegen Riki de Japanner. Sleuren, vallen buiten de mat en een schreeuwende coach hielpen niet. Herkansen tegen een Mongoliër, meer zat er niet in. Ook niet meer in de fles, zo zag ik.
We spraken af dat er bij brons voor Elmont een Bowmore-Signatory Un-Chillfiltered Collection open zou gaan. Wat een lange naam voor een borrel. Maar wel één met een geel koperen kleur. De neus romig, medicinaal en moutig, met aroma's van vanille en iets ziltig. En een open en ronde smaak, waar je limoen, rabarber, custardvla in terug kon vinden. Ik zag het etiket en rekende op Dex.
Een paar gele kaartjes later was het zover, Dex greep naast het brons, mijn greep naar het blik was wel raak. De fles werd eruit gehaald en mijn zwager zei achtereenvolgens "S..t en Proost".
Straks de hockey-mannen en Rick met zijn kruisboog, wij beginnen nu alvast.
"Waar zullen we heen gaan?" vroeg mijn zwager. Zijn ogen waren nog wat klein van het feest van gisteravond. Amper was de huldiging van Marianne Vos achter de rug, of wij zaten al in het Holland Heineken House. De glazen bleven constant gevuld, de polonaise uren achtereen gelopen en het Wilhelmus, bij elke herhaling van de beelden, uit volle borst meegebruld. Verrast was ik door de zuivere stem van mijn zwager. Ik wist niet dat hij zo goed kon zingen.
"Zullen we naar het schieten gaan?" antwoordde ik met hese stem. Mannen blijven tenslotte in hun hart altijd kinderen. Geweren doen het daarbij extra goed. "Leuk" zei mijn zwager, en hij pakte het programmaboekje. Het was even zoeken, ook omdat geweer in het Engels anders heet. Nadat hij keek op 10 meter air rifles werd duidelijk dat we naar The Royal Artillery Barracks moesten. Prachtige naam voor een schiettent. Ver was het niet, slechts 7.3 miles. Met de bike een little half uurtje.

Peter knalde er flink op los en eindigde met 699,8 punten op de vijfde plek. Als hij 2.3 punt beter had geschoten had hij "brons" gescoord. "Hoeveel zou 2.3 punt uitgemaakt hebben bij de jacht op een everzwijn" was de vraag aan mezelf?
Het antwoord kwam later wel, eerst snel door naar de Excel Arena. Gelukkig ook vlakbij. Net op tijd kwamen we aan om Dex te zien vechten tegen een Fransman. Lekker rolden ze over de mat, terwijl een man in een strakke blazer eromheen liep. Hij was kennelijk degene die mocht zeggen wie de sterkste was.

Tijd voor de inwendige maag en wat te drinken. Snel vond mijn zwager een kraampje waar ze hotdogs verkochten. En met zijn armen vol worstjes, en twee literbekers Cola, zochten we een plekje buiten.
"Wat doen we nog meer" vroeg mijn reisgenoot? "Blijven we hier of gaan we terug naar het dorp?" We kozen voor de laatste optie, voor vandaag was het voor wat betreft het reizen gedaan. Bankhangen met wat Fish and Chips, vergezeld van een lekker glas, daar waren we beiden aan toe. En zag je alles niet beter voor de TV?


Een paar gele kaartjes later was het zover, Dex greep naast het brons, mijn greep naar het blik was wel raak. De fles werd eruit gehaald en mijn zwager zei achtereenvolgens "S..t en Proost".
Straks de hockey-mannen en Rick met zijn kruisboog, wij beginnen nu alvast.
Prognose voor dinsdag 31 juli 2012:
We gaan weer wat potjes beach-volleyballen. De vrouwen gaan, op dat fraaie blauwe gras, hockeyen tegen Japan. Guillaume Elmont en Elisabeth Willeboordse komen we tegen in de judohal en verder gaan we roeien, zwemmen en zeilen. Lijkt bijna op een leuk zomerkamp!
Reacties
Een reactie posten