Dagboek van een 50-plusser – “Wanneer stoppen vooroordelen over werkzoekende 50-plusser een keer?"


Dagboek van een 50-plusser – “Wanneer stoppen vooroordelen over werkzoekende 50-plusser een keer?"


Mijn voornemen was deze week iets te schrijven over de vele subsidies met betrekking tot “Arbeid”. Vooral het onder de aandacht brengen van de diverse regelingen, die het voor werkgevers aantrekkelijk moeten maken een “oudere werknemer” aan te nemen.
Niet dat ik er iets op tegen heb dat werkgevers jongeren en, hoe zeg ik dit zo neutraal mogelijk, “under-forty-fives” aannemen? Integendeel. Ik hoop iedere dag weer dat er werk is voor iedereen die werken wil. Dat het niet uitmaakt of je de “nu kansloze schoolverlater” of de “even kansloze 50-plusser” bent.

Maar mijn doelgroep is toch over het algemeen de werkzoekende 50-plusser. Omdat ik één van hen ben en iedere dag weer de “kletspraat” moet aanhoren dat er toch werk zat is. Als je maar even goed om je heen kijkt.
Ondanks dat ik mijn ogen, en ook oren openhoud, zit ik nog steeds zonder werk.

Van de week sprak ik iemand die zich afvroeg waarom ik dit soort blogs schrijf. “Ik kon mijn tijd toch veel beter besteden aan het zoeken naar een baan?
Of bloggen over wat het werk van een Hoofd Administratie inhoudt, wat een Salarisadministrateur precies doet en wat een ERP systeem allemaal kan en niet kan. Want dat soort werk zoek je toch?
En als ik nu toch zo graag de problemen van de werkzoekende 50-plusser onder de aandacht wilde brengen, waarom schreef ik dan niet richting de Politiek of benaderde ik verantwoordelijke politici rechtstreeks?”

Nou beste vragenstelster, hoe goed ook bedoelt uw vraag. Dat heb ik gedaan; zie mijn blogs aan de Politieke Partijen in verkiezingstijd. Het vervelende is echter dat het merendeel van hen veel te veel bezig is met zijn eigen zaakjes. “Hou blijf ik op het pluche? Hoe worden we de grootste partij, zodat we onze eigen plannen kunnen uitvoeren?”.
Vrijwel geen Partij gaf antwoord, alleen de SP heel even. Bij doorvragen, nota bene zelf aangeboden, werd het contact direct verbroken. De peilingen lieten een daling zien van toekomstige stoeltjes in de Tweede Kamer. Dus werk aan de winkel ten bate van eigen lijfsbehoud.

Daarom blijf ik dit soort blogs schrijven. Om tegengas te blijven bieden aan bijvoorbeeld personen die “onzinnige” stukken schrijven over de lamlendige 50-plusser die maar niet aan het werk wil, omdat dan de mogelijkheid van wat zwart bijverdienen wegvalt, of die dan minder vaak op vakantie kan gaan,  die meer met zijn pensioen bezig is of de weg niet weet naar het uitzendbureau. Daarover trouwens meer in één van de komende weken.

Toch ga ik het de komende weken proberen. “Wat”, zult u zich nu afvragen? “Nou, het in kaart brengen van de beschikbare regelingen, die het voor werkgevers aantrekkelijk maken een 50-plusser aan te nemen.
Want daarover zou dit blog toch eigenlijk moeten gaan?” Totdat ik me een beetje kwaad ging maken.

Ik ga uitleg geven over “De Mobiliteitsbonus”, “De Vitaliteitsbonus”, “De Doorwerkbonus”, “Het Arbeidsvitaliteitssparen”, “De Levensloopregeling”, “De verlengde Proefplaatsing” en al de andere regelingen die er nu zijn, de komende weken bijkomen, of worden afgeschaft. Want dat is ook iets dat vreselijk irritant is. Niet alleen voor mij, maar ook voor werkgevers.

Den Haag voert een van de hak-op-de-tak politiek. Bijna dagelijks moet je checken of een regeling nog bestaat. Hoe kunnen bedrijven hier nu hun personeelsbeleid op afstemmen.
Zo was er bijvoorbeeld in het “Lenteakkoord” een "Mobiliteitsbonus"  afgesproken. 
Die in de Eerste Kamer op 11 juli 2012 afgeschoten leek te zijn en vervolgens in de Troonrede van dit jaar niet meer werd genoemd.
In het “"Herfstakkoord"” van 28 september j.l. was hij er ineens weer. Wel in een wat andere vorm maar toch. 

Vandaag heb ik me enigszins af kunnen reageren jegens al die mensen die het zo goed weten. En daarbij met droge ogen zeggen dat ze het zo goed voor hebben met de “oudere werkzoekende”. Als jullie nu eens stoppen met het opschrijven van al de onbewezen vooroordelen?
Misschien helpt dat de groep, waarvoor en waarover ik schrijf, wel aan een baan. En als jullie dan toch zo nodig over mij en mijn leeftijdsgenoten willen schrijven, doe dat dan eens een keer in positieve zin! Dat napraten wordt zo ongelooflijk vervelend.

Ze moeten het verbieden! Of was dat weer wat anders?




Reacties