Dagboek van een 50-plusser – ‘Is toeslag voor onregelmatig werken nog wel van deze tijd?’
Met de inhoud van deze
column ga ik me op glad ijs begeven. Daarvan ben ik me nu al bewust. Veel
lezers zullen denken of zeggen: “Is de schrijver van dit stuk nu helemaal …….”.
En misschien hebben ze wel gelijk?
Toch kan ik het niet
laten de volgende (dwaze) gedachten op papier te zetten en met u te delen.
Wanneer het idee door de Sociale Partners als serieus wordt opgepikt, zijn de
gedachten zo slecht nog niet.
Het begon allemaal op
Donderdag 21 februari, een dag met alleen maar “slechte berichten”. Wat
een ellende werd er over ons uitgestort, zonder dat er oplossingen tegenover
stonden.
De “geregistreerde”
werkloosheid was toegenomen met 7.5% tot 592.000 personen. Het hoogste
percentage sinds begin jaren 80. Let wel, we hebben het dan over ingeschreven
werkzoekenden, die 12 uur of meer willen werken.

Daarnaast zette de
daling van de huizenprijzen door, evenals het consumentenvertrouwen. Deze index
daalde naar -44, een niveau dat nooit eerder werd bereikt sinds de start
hiervan in april 1986.
De CPB cijfers, een week
later, waren niet veel beter. De werkloosheid zou in 2013 met nog eens 90.000
mensen toenemen.
UWV deed er nog een
schepje bovenop met de mededeling dat er na
2015 pas weer kansen zijn voor werk in zorg, metaal en bij
overheden.
Net als waarschijnlijk
veel anderen maak ik me grote zorgen over hoe het verder moet. Veel suggesties passeren
de revue, zoals bijvoorbeeld een ontslagbelasting en een aannamesubsidie voor
ouderen.
De bonden zien meer in
terugkeer van een (deeltijd)
VUT en opvullen van de vrijkomende arbeidsplaatsen door jongeren.
Helaas is Minister
Asscher (nog) niet overtuigd van de kansen. Wellicht wel als de cijfers
dramatisch worden, voor zover ze dat nog niet zijn.
Maar wat helemaal niet
ter sprake komt is het revolutionaire idee om de toeslagen voor onregelmatige
dienst af te bouwen, af te schaffen of te bevriezen.
Anno 2013 leven we in een 24-uurs economie, ofwel in een samenleving waar de bedrijvigheid dag en nacht doorgaat. Koopzondagen, horeca en ’s nachts met de trein naar huis kunnen, worden door ons als heel normaal gezien. In de industrie wordt ook op veel terreinen continu doorgewerkt.

Vreemd genoeg trekken de
bonden aan de handrem als het gaat om verdere ontwikkelingen en modernisering
van de arbeidsvoorwaarden.
Wat een wisselgeld zou
men daar hebben als men de toeslagen voor onregelmatige dienst bespreekbaar zou
maken.
Hoe zie ik dit voor ogen?
De bestaande rechten op
toeslagen worden bevroren en mogelijk op wat langere termijn afgebouwd. Nieuwe
instromers in sectoren waar sprake is van ORT of aanverwante regelingen krijgen
de toeslag niet meer of op een veel lager niveau.
Er zijn immers bijna een
miljoen werkzoekenden die vanuit de WW, Bijstand of andere situatie aan de slag
willen.
Nu worden veel van hen
gedwongen om werk aan te nemen op of onder het minimumloon. Een “normaal”
salaris”, desnoods met geen of minder toeslag, betekent al een hele vooruitgang.
Dat daar werken in wisselende diensten tegenover staat moet dan maar.
Natuurlijk ontstaan
hierdoor besparingen, bijvoorbeeld in de zorg. Een deel van de besparing kunnen
we aanwenden voor meer “handen aan het bed”. In plaats van één persoon 200% op
de zondag, twee personen tegen de “kale” 100%.
Een ander deel van de
besparing zorgt voor gewenste bezuinigingen c.q. verlaging van kosten in de
zorg, zodat andere voorstellen van tafel kunnen.
Nogmaals, het is
misschien een belachelijk voorstel. Maar zonder revolutionaire veranderingen
blijft het de komende jaren zeuren en aanmodderen.
Daarom ben ik wel
nieuwsgierig of dit idee wordt opgepikt en hoe de reacties zullen zijn.
Reacties
Een reactie posten