‘Mijn’ Tour de France 2013 – Etappe 9 Saint Giron - Bagnères-de-Bigorre
‘Je kunt merken dat we een dagje ouder worden Lammert’
zei ik tegen mijn reiscompaan en zwager. ‘Al dat racen achter de Tourkaravaan
aan, het zoeken naar een aardige slaapplaats, testen van Franse biermerken en
bekijken van toeristische plekken in de aankomststeden gaat een mens niet in de
kouwe kleren zitten.’
‘Uitgemopperd?’ vroeg mijn zwager. ‘Man, man, man, wat
kan jij een lange zinnen maken. Zeg gewoon dat je moe bent en toe bent aan een
rustdag. Net als de renners.’
Ik kon niet anders dan de conclusie van Lammert beamen.
Negen dagen Tour de France hadden we achter de rug, waarin van alles was
gebeurd.
We waren op Corsica geweest, hadden met de boot gevaren, op
super-de-luxe terrassen gezeten in Nice, geslapen op een Le Meridien bed en
veel Franse bieren gedronken.
En ondertussen hadden de renners ook een duit in het
zakje gedaan met aanvallend- en vermakelijk fietsen.
Peter Sagan had binnen een week laten zien dat hij en niemand
anders de ‘Groene Trui’ verdiende. Het enige wat hij de komende twee weken
moest doen, was op de fiets blijven zitten en zorgen dat hij op tijd binnen zou
komen.
Wat had hij zijn medeconcurrenten voor gek gezet in de 7e
etappe naar Albi. Één voor één hadden ze het lootje gelegd in het hoge tempo,
dat zijn ploeg Canondale de andere sprinters in het peloton oplegden.

Voor het eerst sinds jaren lieten Nederlandse renners
zien dat zij niet alleen vooraf tot de outsiders op een Tour zege moeten worden
gerekend. Belkin zal geen spijt hebben van het besluit tot sponsoring van de
voormalige Rabo-/ Blanco ploeg.
Erkende renners als Cadel Evans, TJ en lokaal favoriet
Thibaut Pinot hapten amechtig naar adem en verloren vele minuten. Zelfs Alberto
Contador kon na de finish niet anders zeggen dat het die dag ‘zero, zero, zero,
zero, zero’ was geweest.
De 9e etappe liet zien dat Chris Froome het
uiterste van zijn manschappen had gevergd in de dag ervoor. Na twee
beklimmingen keek hij eens rond en zag hij dat hij als enige van zijn ploeg
voorin zat. Niet dat het hem wat deerde. Al de aanvallen van zijn concurrenten,
voor zover je daar nog van kan spreken, deed hij met een paar trappen teniet.
Daarmee lijkt ook de winnaar van de ‘Gele Trui’ na een week al vast te staan?
Mijn zwager en ik gingen maar eens op zoek naar een hotel
in Bagnères-de-Bigorre.
Hôtel Le Florian, in het centrum van dit kuuroord, leek ons wel wat. Er was een
bar en restaurant bij, dus ver hoefden we niet om de inwendige mens te
verwennen. Duur is dit hotel ook niet, 45 euro voor een tweepersoonskamer. Het
ontbijtje kost 6 euro extra.
Met
‘Ik weet al wat ik vanavond bij het eten neem’ verbrak Lammert de stilte die
even gevallen was. ‘Een La Blonde D’Esquelbecq.’
‘Dat
komt toch uit België?’, was mijn te snelle reactie. ‘Nee joh, uit de omgeving
van Duinkerken. En iedereen weet dat die plaats in Frankrijk ligt?’
Een blond bier dat niet
gefilterd en niet gepasteuriseerd is, met een hoge gisting. Echte bierkenners
weten ook dat dit bier nagist op de fles, dankzij een fors depot. De geur is
wat kruidig en, net als in veel andere Franse bieren, ruikt het ook wat naar
citrusfruit, met een vleugje koriander.
De smaak van het bier is
fris, zacht en lichtzuur. Wat misschien ook komt doordat het citrusfruit in de
smaak terugkeert.
Nieuwsgierig
geworden door wat Lammert beschreef besloot ik hetzelfde te bestellen. Daarvan
kreeg ik geen spijt. Terwijl de glazen gevuld bleven en de lege flesjes zich
aaneenregen bespraken wij de gebeurtenissen nog eens van één week Tour de
France.
Reacties
Een reactie posten