Olympische Spelen Rio de Janeiro – Goud delven in Braziliaans water

Olympische Spelen Rio de Janeiro – Goud delven in Braziliaans water

Marit Bouwmeester
Onderhand is het wel duidelijk, wil je iets van goud mee terug nemen uit Rio de Janeiro, dan moet je gaan zwemmen in open water of gaan (plank)zeilen. Tussen al het smerigs daar is soms iets van veel waarde te vinden. Maar dan moet je er wel iets voor doen.
Zoals zeilster Marit Bouwmeester. De afgelopen jaren verbleef zij meer dan 300 dagen in Rio. Om daarna precies te weten waar dat ‘goud’ nou lag. Je moest er de juiste wind weten, de hoogte van de golven en de plek van de finish. Waar daar lag aan het einde de beloning. Zoiets als ‘Somewhere over the rainbow’, maar dan in het echie.
Ferry WeertmanZwemmer Ferry Weertman wist het ook. Zijn ‘goud’ lag weliswaar op een andere plek, maar via spionne Sharon van Rouwendaal en coach Marcel Wouda had hij al veel geheime info gekregen. Die was onder andere aanwezig in een houten bord, waarop je na een paar uur zwemmen moest aantikken. Voor de zekerheid had coach Wouda dat finishbord thuis nagemaakt. Een plankje, wat spijkers en schroeven en een pot verf waren er voor nodig. Maar dan heb je ook een echt ‘Olympisch finishbord’. Ferry was daarna een paar weken gaan oefenen in het zwembad. Alleen maar in het water springen en aftikken met de goede hand. Uiteindelijk leverde het dus ‘goud’ op.
Matthjs BuchliWie het ook goed deed was Keirin fietser Matthijs Büchli. Voor degenen die niet weten wat Keirin is een korte uitleg. Uit de coulissen komt een man op een te klein E-motortje. Hij in een geel pak, de achtervelg van het brommertje, zonder geluid, groen. Als hij op de wielerpiste is aangekomen sluiten zes flink gespierde fietsers aan. Ze rijden een paar rondjes achter het brommertje totdat een snelheid van ongeveer vijftig km per uur is bereikt. Dan verdwijnt de man op de brommer weer en gaan de zes fietsers alleen verder. Ze racen twee rondjes over de houten planken van de baan en wie het eerst over de finish komt heeft gewonnen. Matthijs werd tweede en verdiende daarmee het ‘zilver’.
Minder goed verging het ‘Us Epke’. Hij viel van zijn stokkie en kon prolongatie van zijn olympische titel vergeten. De Nederlandse hockeymannen blameerden zich tegen onze zuiderburen, ‘brons’ is nu het best mogelijke.
Datzelfde geldt voor de strandvolleyers Brouwer en Meeuwsen. In een kolkend strandstadion gingen zij uiterst eervol ten onder tegen de thuisploeg. Pas in de derde set en na zes matchpoints bogen zij het hoofd. Ik gun ze die derde plek op het podium.
Onze hoop op een ‘plak’ voor Safin Hassan ging in rook op. ‘Ze had geen inhoud, miste snelheid, kon het niet lang genoeg volhouden, maar had wel alles geprobeerd.’ Zo zei Sifan zelf. Wel lastig als je 1500 meter moet rennen. Maar ze gaat het nog een keer proberen, nu 800 meter lang. Scheelt bijna de helft.
Elis Ligtlee, de sympathieke wielrenster uit Eerbeek, redde het ook niet op de sprint, haar valt echter niets te verwijten. Ze had deze week al zoveel kilometers moeten maken op de houten piste. Op een gegeven moment ben je er dan wel klaar mee.
Over de vrouwenhandbalploeg en het vrouwenvolleybalteam houd ik voorzichtigheidshalve mijn mond. Tot nu toe doen ze het geweldig. Laat ik het dus vooral niet verpesten met mijn voorspellingen. Dit geldt ook voor de paardenmannen en de vrouwenhockeysters.
En Lammert, mijn zwager dan? Die had de laatste paar dagen weer genoeg sport gezien en was met de drie Oranje-meisjes en Maxima lekker gaan varen en zwemmen. Waterskiën achter de speedboot en cocktails drinken op het jacht. Wat een leven heeft mijn zwager toch.
Zomercocktail

Reacties