Olympische Spelen Rio de Janeiro – Op naar het ‘dorp’

Olympische Spelen Rio de Janeiro – Op naar het ‘dorp’


logo Rio
Hè hè, we zijn er. 28 uur vliegen gaat je niet in de kouwe kleren zitten. Vooral het lange wachten in Madrid, 14 uur, was een aanslag op ons fysiek. Rondhangen, wat drinken en eten, proberen ergens een slaapplekje te regelen, het viel allemaal niet mee.
Nu het laatste stukje nog, van het vliegveld naar het Olympisch dorp. Mijn zwager en reisgenoot Lammert kijkt naar de plaatselijke digitale thermometer en ziet dat het weer vandaag niet veel afwijkt van dat in Nederland. 23 graden, neerslagkans 60% en de luchtvochtigheid is 78%. Dat spijkerjack van ‘m kan dus wel even uit.
De eerste vragen zijn nu: hoe komen we vanaf het vliegveld in het dorp en waarmee betalen ze eigenlijk in Brazilië? Ik scroll op mijn smartphone naar de handige app van het Ministerie. ‘RIORANJE, alles wat je moet weten over een heerlijk verblijf in Rio’ en lees als dat ze hier in Braziliaanse Reaal’s betalen. Oh nee, meervoud is Reais? Voor elke euro krijg je ongeveer drie van die Braziliaanse dingen. Maar vrijwel iedereen accepteert ook dollars en/ of euro’s.
Sony WalkmanTerwijl ik alle info tot me neem haalt mijn zwager iets uit zijn rugzak. ‘Wat is dat nou voor antiek ding’ vraag ik, als ik naar een Walkman kijk. ‘Antiek, antiek, weet je wel dat dit het nieuwste is op muziekgebied. Kijk, je stopt er een cassette in en je hoort wat je wilt horen.’ Ach ja, even was ik vergeten dat Lammert uit een gat, dichtgeplakt met kranten komt. Waar de tijd minstens 50 jaar achterloopt.
‘Moet je horen zwager, ik heb dat liedje opgenomen van de vorige Olympische spelen in Londen. Je weet wel, dat ze altijd speelden bij de prijsuitreiking.’ Ik krijg de dopjes van zijn oortelefoon in mijn oren gedrukt en hoor ‘Sky on fire’.
Direct zie ik alle mooie momenten van vier jaar geleden terug voorbij schieten. Het goud van goud hockeydamesRanomi Kromowidjojo (wat blijft dat toch een lastige naam), van de hockey-meisjes, van Dorian van Rijsselberghe, van Marianne Vos en Epke ‘hij staat’ Zonderland.
Ik pink een traan weg en zeg snel ‘Vooruit Lammert, we moeten naar het dorp. Weet jij welke lijn het is?’ Want het enige dat ik weet is dat er speciale busbanen zijn vanaf het vliegveld naar het dorp en de tocht desondanks toch bijna 2 ½ uur duurt. Dat voor een afstandje van nauwelijks 35 kilometer. Een kaartje voor een wat luxere bus kost ongeveer 15 reaal, 5 euro, dat valt dik mee. Hopelijk is alles zo goedkoop hier.
Aangekomen bij het dorp vallen onze ogen open van verbazing. Waar Lammert aan een stel boerderijen denkt, hij is immers zelf afkomstig uit een dorp, en ik aan zoiets als een Vinex-wijk, zien we een verzameling prachtig nieuwe flats staan. Zoiets als nieuwe studentenwoningen in Amsterdam of een andere studentenstad.
Rio-2016-Olympic-Village-rendering
‘Het is wel af’ is het eerste wat mijn zwager kan zeggen. Ja, ook ik kan niet anders zeggen dan dat de pers ons op het verkeerde been heeft gezet. Waar ik betonmolens, asfalteringsmachines en vooral veel bouwketen had verwacht, zie ik nu gewoon een wijk die klaar is.
Mijn zwager is vooral lyrisch over al de vlaggen van alle deelnemende landen bij de ingang van het dorp. Ik moet denken aan wat hij me toefluisterde in het vliegtuig, toen hij hoorde dat Shelly-Ann Fraser-Pryce de vlag van Jamaica draagt bij de opening van de spelen. ‘Als ik nou toch de Nederlandse vlag zou mogen dragen’. ‘Droom verder’, dacht ik alleen maar op dat moment.
We stappen het dorp binnen en gaan op verkenning. Wat we allemaal zien?
Wordt vervolgd!
Rio

Reacties